Iedereen heeft in meer of mindere mate behoefte om buiten te zijn. Ik ga ervan uit dat je hier terecht bent gekomen omdat je een bovengemiddelde interesse hebt in buiten zijn, maar nog niet veel ervaring hebt. Of juist wel veel buiten bent, maar het idee hebt dat je nog dingen mist. In deze serie blogs ga ik je stap voor stap op weg helpen richting een succesvolle outdoor ervaring. Letterlijk en figuurlijk.
Outdoor is een brede term. Technisch gezien is alles buiten je voordeur outdoor, maar dat is niet wat ik bedoel. Hoewel je veel dingen in je achtertuin of op je balkon kunt oefenen en testen, is het een stuk leuker om daadwerkelijk in de natuur te zijn en je skills daar uit te oefenen. Het bijzondere gevoel van rust en ruimte om je heen als je, alleen of met vrienden, jezelf afzondert van de dagelijkse drukte en stress. Of je nu voor een paar uur of een paar dagen de natuur opzoekt, je komt opgeladen terug. Maar waar begin je? Het makkelijkst is om ‘gewoon’ de deur uit te wandelen richting het bos in de buurt. Maar dan sta je daar, en dan? Een kleine voorbereiding is aan te raden. Het hangt ervan af waar je je avontuur gaat beleven. In deze blog neem ik je mee door de beginselen van outdoor in Zweden.
Voor het eerst op pad met een route
In Zweden is het makkelijk: het bos is openbaar en je mag overal komen door Allemansrätten. Maar dat is ook een valkuil: voor je het weet ben je het zoveelste spannende zijpaadje ingeslagen en duurt je reis ineens twee keer zo lang als gepland. Zorg voor een plan, zorg voor een route. Je hebt vast een bepaald doel voor je wandeling of een interessante locatie. De voorbereiding van je route kan op verschillende manier gedaan worden, maar in basis volg je altijd een aantal stappen:
Stap 1: Kies je routeplanner
Een van de manieren is een ‘ouderwetse’ kaart pakken en deze uitvouwen op je keukentafel. Vervolgens zoek je het gebied waar je je in wilt bevinden en gaat aan het meten en rekenen. Zelf vind ik dit een ideale manier, omdat je zonder afleiding de kaart kunt zien en begrijpen. Maar er is ook wat voor te zeggen om een digitale variant te gebruiken als je daar handig mee bent. Met name de satellietbeelden zijn fijn om een idee te krijgen van hoe het landschap er daadwerkelijk uit gaat zien. Helaas is de ‘terrein’ functie niet precies genoeg om in detail op te plannen aangezien er geen hoogtelijnen worden weergegeven. Wel geeft het een indicatie van hoogte, wat soms al voldoende kan zijn voor een simpele verplaatsing in Nederland. In Zweden kan de gratis app van Lantmäteriet (Zweeds Kadaster) je helpen, deze heeft verbazingwekkend veel functies. Denk hierbij aan kaarten met hoogtelijnen, perceelgrenzen en luchtfoto’s uit de vorige eeuw. Die laatste is vooral grappig om te zien hoe zaken veranderd zijn (of juist niet…).
Stap 2: Kies je begin- en eindpunt
De volgende stap is je begin- en eindpunt markeren. Deze kunnen zich ook op dezelfde plek bevinden wanneer je doel is om een hike te maken en weer terug te komen bij het beginpunt. Dat kan handig zijn omdat je auto daar staat of omdat het in de buurt is van je vakantielocatie. Dit betekent overigens niet dat het een korte route hoeft te zijn. Ook lange, meerdaagse tochten kunnen als eindpunt dezelfde locatie hebben als het beginpunt. Houd er dan wel rekening mee dat je je route opsplitst in verschillende dagen en in feite elke dag een begin- en eindpunt inbouwt. Waar je rekening mee moet houden wanneer je tijdens een tocht wilt overnachten is te lezen in een andere blog.
Stap 3: Plan je route
Belangrijk om te weten: de kortste route is niet automatisch de beste route. Denk hierbij weer aan de hoogtemeters die het verplaatsen knap lastig kunnen maken, of een brug over een rivier die kilometers verder pas over te steken is. Zo kan het zijn dat je route qua kilometers langer wordt, maar makkelijker te lopen is dan de kortste weg. Voor lastig terrein (zoals dichte bebossing of veel rotsen) is het goed om als beginner een maximum afstand van tien kilometer per dag aan te houden. Mocht het sneller gaan dan verwacht dan kun je alsnog je planning aanpassen en meer afstand per dag afleggen. Denk bij het maken van je planning ook aan een eventuele terugreis. Terug over dezelfde route hoeft niet perse dezelfde tijd/km planning op te leveren.
Wat neem je mee op je outdooravontuur?
Nu je een doel en een route hebt, ga je aan de slag met inventariseren van je bagage. Er zit natuurlijk een groot verschil tussen wat je meeneemt als je een dagdeel op pad gaat of een aantal dagen. Of het buiten een comfortabele 20 graden is of -32. Sommige dingen zijn echter universeel en zul je eigenlijk altijd meenemen. Hieronder geef ik uitleg over een tocht van één dag tot een aantal dagen bij normale omstandigheden. Daarmee bedoel ik: geen extreme temperaturen en geen extreme gebieden, daarover volgt in een andere blog meer informatie.
Basisuitrusting voor de outdoorbeginner
Wandelschoenen
Misschien wel het meest belangrijke kledingstuk, maar enorm ondergewaardeerd. Schoenen vallen vaak pas op als ze slecht zijn, maar dan is het eigenlijk al te laat. Ga voor stevige exemplaren, die buiten comfort ook bescherming bieden. Zelf ben ik fan van (half)hoge wandelschoenen, deze zitten goed om de voeten en bieden ook stabiliteit aan de enkels als het terrein wat meer oneven wordt. Ga vooral niet proberen om op je sneakers een hike van 15km door ruw terrein te maken, de lol gaat er dan snel af. Nog los van het feit feit dat je op sneakers vaak grip tekort gaat komen heb je bij de eerste spetters al natte sokken.
Wandelsokken
Bij normale temperaturen (dus geen extreme hitte of koude) voldoen de reguliere wandelsokken die je bij outdoorwinkels kunt kopen. Vaak is een mix van (merino)wol en synthetisch materiaal een ideale combi om als allround sok te gebruiken. Goede sokken zorgen voor vochtregulatie in de schoen, maar het blijft zaak om tijdig sokken te wisselen als deze vochtig zijn. Dit voorkomt blaren en zorgt ervoor dat je langer door kunt. Ook wanneer ik slechts een dagdeel op pad ga neem ik een extra paar sokken in de rugzak. Voor een tweedaagse tocht neem ik drie paar sokken mee: een paar om de voeten, en twee paar in de rugzak. Kom ik na de eerste wandeldag al sokken tekort, dan spoel ik ze uit en laat ik ze drogen bij het vuur (of bij mooi weer hangend aan de rugzak).
Outdoorbroek
Outdoorbroeken zijn er in alle vormen en maten, en het zal misschien even duren voordat je de perfecte broek gevonden hebt. Let op: een goede broek hoeft niet duur te zijn. Merken als RevolutionRace of zelfs Decathlon verkopen prima broeken voor niet al te veel geld. Een open deur: het is belangrijk dat de broek past. Een te strakke broek hindert je in beweging en kan afknellen, terwijl een te grote broek te ver over je schoenen komt of te ruim zit om de heupen. Eventuele uitrusting die je dan in je broek wilt bewaren zorgt dan voor afzakkende kleding. Je kunt kiezen uit verschillende hoeveelheden zakken, stretch vlakken en bescherming. Waterdichtheid vind ik voor een standaard broek niet zo interessant, want waterdichte broeken ademen een stuk minder. Een regenbroek kan een uitkomst zijn in regenachtige periodes. Helemaal geweldig als je een regenbroek met lange ritsen hebt, die je over je schoenen en broek kunt aan- én uittrekken.
Wandelshirt
Vanwege de vochtregulerende en sneldrogende kwaliteiten zijn synthetische shirts aan te raden wanneer je de natuur in gaat en jezelf in meer of mindere mate gaat inspannen. Het lijkt vanzelfsprekend om bij warm weer voor een shirt met korte mouwen te kiezen, maar houd rekening met verminderde bescherming tegen zon en bijvoorbeeld muggen. Neem een shirt met lange mouwen ten minste in overweging.
Vest en/of jas
Een warmere toplaag is onmisbaar in de avonden als je een meerdaagse tocht gaat maken. Indien het weer hier aanleiding toe geeft, is het ook niet onverstandig een regenjas in te pakken. Er zijn ook gevoerde regenjassen te koop die de functies van een vest en jas met elkaar combineren. Kies hier wat je zelf fijn vindt of misschien toevallig al hebt.
Hoofdbedekking
Een pet of hoed bied bescherming tegen zowel de zon als eventuele beestjes. In het voor- of najaar kan het wenselijk zijn om een muts mee te nemen, zodat je in de avond of nacht geen koud hoofd krijgt. In de winter behoort een muts uiteraard tot de standaarduitrusting.
Rugzak
Als je een dag op pad gaat volstaat een rugzak van 30 liter vaak prima, maar kies als je ook langere tochten wilt maken voor een rugzak van 50 of 60 liter. Die kun je tenslotte ook gebruiken op kortere hikes. Belangrijk is dat de ritsen van degelijke kwaliteit zijn, er aan de buitenkant de mogelijkheid is om dingen te bevestigen en dat er heupbanden aan zitten die ervoor zorgen dat je niet het hele gewicht van de rugzak op je schouders draagt. Een prima rugzak koop je al vanaf zo’n 150 euro. Check even of je er een waterdichte hoes bij krijg of koop die anders separaat. Wat neem je mee in die rugzak? Lees het hier.
Meerdaagse outdoortocht: een andere tak van sport!
Wanneer je langer dan een dag op pad gaat zal de paklijst een stuk uitgebreider worden dan wanneer je een paar uurtjes onderweg bent, er gemakshalve vanuit gegaan dat het je intentie is om in de buitenlucht te slapen. Je zult moeten nadenken over waar je gaat slapen, hoe je een veilig en eventueel waterdicht onderkomen kunt creëren, waar en hoe je aan water komt en hoe je vuur maakt om jezelf warm te houden of je eten te bereiden. Waar er in Nederland enorm veel regels en restricties zitten aan het overnachten in de natuur, is dit in Zweden de normaalste zaak van de wereld. Je mag dan ook op vrijwel alle plekken vuur maken (tenzij het erg droog is, check dit van tevoren, het zou zonde zijn als je een bosbrand op je naam hebt staan). De uitgebreide paklijst voor een meerdaagse tocht zal ik behandelen in een andere blog. Ik ga dan ook dieper in op de diverse opties die je hebt in de hiervoor benodigde uitrusting.
Dit neem je niet mee op je outdooravontuur
Het is natuurlijk onmogelijk om alle uitrusting mee te nemen die eventueel handig zou kunnen zijn in de verschillende situaties waarin je je zou kunnen gaan bevinden. Dus er zullen keuzes gemaakt moeten worden. Je zult merken dat je steeds beter wordt in het kiezen wat je meeneemt, maar dus ook wat je thuislaat. Ook leer je gaandeweg om slim gebruik te maken van je middelen, zodat je wellicht minder mee hoeft te nemen wanneer je op pad gaat. Zo kun je een regenponcho prima gebruiken als tarp om je onderkomen te maken (vergeet dan niet het hoofdgat goed dicht te maken).
Dingen thuis laten gaat niet alleen om fysieke zaken. Het is ook belangrijk om informatie achter te laten zodat mensen om je heen weten dat je op pad bent. De meeste mensen om je heen hebben je telefoonnummer wel, maar laat die mensen ook weten dat je weg bent en voor hoe lang. Dan weten ze dat er iets aan de hand is als je langer wegblijft. Als je wat langer weggaat in wat meer onherbergzaam gebied kan het de moeite zijn om ook af te spreken dat je op vaste momenten contact opneemt met je ‘thuisfront’. Bij een hike met wat meer risico kun je de thuisblijvers ook informeren over je route, en ze uitleggen langs welke checkpoints je gaat bewegen. Je kunt dan met een berichtje aangeven dat je het checkpoint gepasseerd bent en door gaat naar de volgende.
Natuurlijk is er iets voor te zeggen om de telefoon thuis te laten, want je wilt immers één zijn met de natuur. Klopt helemaal, maar in uitgestrekte gebieden is het niet aan te raden om zonder communicatiemiddelen op pad te gaan. Je komt niet zomaar iemand tegen en als er iets gebeurt kan het één worden met de natuur een definitief karakter krijgen. Mocht er toch wat misgaan dan weten de hulpdiensten je sneller te vinden. Het klinkt misschien wat overdreven, maar het is een kleine moeite en het kan je veel ellende besparen.
Met bovenstaande informatie heb je een goede basis om op pad te gaan. Vergeet daarbij je gezonde verstand niet, daarmee kom je het verst. Bekijk onze andere blogs voor meer aanvullende onderwerpen over outdoor avonturen.